Hoe ontstaan wolken en wat zijn de betekenissen?
Wolken ontstaan niet allemaal op dezelfde manier. Voorbeeld: het proces begint vaak tijdens warme zomerse dagen vanaf de grond. Op ons niveau stijgt warme lucht de atmosfeer in, hoger in de atmosfeer koelt de warme lucht zodanig weer af dat er condens ontstaat. Door het condens ontstaan er wolken. Wanneer een wolk verder doorgroeit treedt er meer condens op. Door de hoeveelheid condens ontstaan er dan waterdruppels in de wolk: de wolk wordt een bui.
Er bestaan verschillende soorten wolken. Elk soort wolk heeft haar eigen betekenis. Soms heb je het weerbericht eens niet nodig om te kijken of het mooi weer blijft, want sommige wolkensoorten kunnen namelijk slecht weer voorspellen.
Cirruswolk
Dunne sliertige wolken op grote hoogte. Alleen als de cirruswolken vanuit
het westen komen opzetten, is er een verslechtering van het weer op
komst. Vaak als er veel Cirruswolken aanwezig zijn is er een soort
kring om de zon te zien. Dit wordt een zon Halo genoemd en is vrij
bijzonder om te zien.
Cirrocumulus
Dit
zijn kleine wolken op 5 a 12 km hoogte. De cirrocumulus zijn vaak in
grote velden zichtbaar. Dit soort wolken geeft een teken op een
toenemende luchtvochtigheid in de atmosfeer.
Altocumulus
Kleine schapenwolkjes. Ze kondigen slecht weer aan als ze gaan samentrekken, maar gebeurt dat niet blijft het mooi. Als deze wolken´s ochtends vroeg opduiken aan de hemel, dan is er vaak een teken op onweer in
de middag of avond. Dit teken is vooral in de zomermaanden goed te
zien. De Altocumulus staat ook wel bekend als onweersverklikkers.
Cumuluswolken
Bolle,
opgeblazen mooi-weer wolken. Als deze wolken tegen de middag weer
verdwenen zijn, dan blijft het mooi weer. Maar blijven ze hangen dan
kunnen ze stratocumuluswolken gaan vormen, ook kunnen deze wolken
een voorbode zijn van onweer.
Nimbostratus
Een
grauwe wolkendeken waar de zon niet meer doorheen kan schijnen. Meestal
komt uit dit soort wolken regen of sneeuw. De regenlucht wordt vaak
voorafgegaan door altostratus.
Cumulonimbus
Ook
wel donderwolken genoemd, niets meer en niets minder. De basis van een
Cumulonimbus is afhankelijk van de luchttemperatuur: deze zal in de
zomer hoger zijn, dan in de winter. De cumulonimbus kan tot meer dan 15
kilometer hoogte in de atmosfeer uitgroeien (troposfeer) en heeft vaak
een bloemkool- of aambeeldvorming uiterlijk, met daarboven een
ijskap. Deze kanjers zorgen voor slecht weer met onweer en soms veel
regen. Meer over onweer